Leo Adriaenssen Op 12 oktober 1580 namen schout, schepenen en borgemeesters van Heusden een verhoor af van Reynier Roggen uit De eerste vrijdag na de massacre1 was hij teruggekeerd naar zijn ouders, waarna hij bij diverse meesters zijn ambacht van schilder uitoefende. Meteen na het vertrek van de Hoogduitse soldaten uit 's-Hertogenbosch2 keerde hij naar Antwerpen terug. Daarna ging hij naar Parijs, voorzien van aanbevelingsbrieven van een Bossche vrouw aan monsr. De la Heye, hofmeester van monsr. Strozij3, welke De la Heye hem bestelde bij Iewyn Franco van Herentals aux fourbours de Saint Honeré te Parijs. Deze bracht hem een maand later onder bij Sinolpho Sarachini, ambassadeur van Toscane, die hij een jaar lang diende a lhostel de Naille, waarna de ambassadeur vertrok naar Italië. Reynier ging toen naar Orléans, Tours, Amboise, La Rochelle en andere plaatsen; zijn rondreis door heel Frankrijk duurde anderhalf jaar lang, daarna kwam hij weer tot paeys. Tenslotte werkte hij twee maanden te Rouen bij Gielis Dondari, geboren in Den Haag. Op de vlietboot van Frans Franss, geheten vice admeraeltken van Vlissinge, reisde hij naar Antwerpen. Hij logeerde daar twee of drie dagen int Root Leuken in de Koepoortstraat en ging daarna schilderen ten huize van Henrick Strijp, schilder uit
Aangekomen in Heusden logeerde Reynier Roggen van vrijdag tot de donderdag daarna bij Jacob Janss in de Moriaan. Een boer uit Vlijmen zocht hem op met de boodschap dat zijn vader en zijn zwager daar op hem zouden wachten om hem te woord te staan.
| 171 | ||||||
Zijn vader wilde namelijk absoluut niet dat hij naar 's-Hertogenbosch kwam, omdat hij geen paspoort had. Afgelopen donderdagavond om 4 à 5 uur ging Reynier met de boer achterop diens paard naar Vlijmen, maar zij ontmoetten voor het dorp enkele soldaten, die vroegen naar hun identiteit en reisdoel. Reynier zei een Bosschenaar te zijn en naar Vlijmen te gaan. Hij werd meteen gevangen genomen en een van zijn armen werd vastgesnoerd. Toen hij onderweg vroeg of het wat losser kon, werd hij voor zijn mond geslagen. Hij werd door sloten, heggen en hagen naar het huis van de provoost van kapitein Nicolai de la Leur gesleept en in zware ijzeren boeien vastgeketend. Men zou van zijn vader een groot losgeld vragen. In de drie of vier dagen dat hij bij de provoost verbleef, mocht niemand hem spreken. Toch wist hij een briefje met een verzoekschrift aan de gouverneurs van Heusden en Antwerpen te schrijven. Om die reden werd aan een van zijn benen een gewicht van 25 pond ijzer gehecht; dat kwam boven de 8 of 10 pond waarmee hij al was geketend. De soldaten waren pissig en dreigden hem in de put te smijten. Zij verzekerden hem dat sy vanden vogel syn veren oft vlees souden hebben (...): „Want ick wist dat ghy sonder ransoen vuyt gaen soude, ick soude u doersteecken".4
Reynier was een zoon van Henrick Jans Roggen5, een messenmaker die in de Postelstraat het Geel Huys bezat en in de Vughterstraat het huis den Witten Valck, dat een uitgang op de Postelstraat had.6 Zijn moeder heette Anneken.Van zijn schildersloopbaan is niets bekend. Te 's-Hertogenbosch was hij leerling van Gerard Jacobs.7 Zijn Antwerpse meester Peeter Liesaert (Elizaert) Philips was in 1577 en 1578 deken van het SintLucasambachtsgilde8 In de rekeningen van 1577-1580 is hij niet ingeschreven als leerling en aangezien die van 1579 ontbreekt, is het waarschijnlijk dat hij in dat jaar in Antwerpen werd geïmmatriculeerd. Overigens is het niet eenvoudig uit het verhoor te Heusden een juiste reconstructie van Reyniers itinerarium te maken.
In 1600 verkocht Barbara mr. Reyniers Roggen samen met haar tante Barbara Henricx Roggen het Geel Huys te
Afkortingen
| 172 |
Noten | |
1. | De Spaanse Furie te Antwerpen, van 4 tot 7 november 1576. |
2. | Het Duitse garnizoen vertrok op 21 september 1577. |
3. | Alberto Struzzi was leider van de geheime dienst van Alexander Farnèse, hertog van Parma en gouverneur-generaal van de Nederlanden: Miguel Angel Echevarrfa Bagicalupe, Alberto Struzzi, un percursor barroco del capitalisme libelal (Lovaina, 1995). |
4. | SLHA, Heusden R 593, no. 112, 12 oktober 1580 (getekend door Reynier Henrickx Rogge. Vgl. no. 113, 10 oktober 1580: verklaring ter instantie van Henrick Roggen te 's-Hertogenbosch, dat hij goed bekend staat. |
5. | GAH, R 1162, ongef., 30 oktober 1560. |
6. | A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars en bewoners in vroegere eeuwen. Aanteekeningen uit de Bossche schepenprotocollen, loopende van 1500-1810 (3 dln.; 's-Hertogenbosch, [1911-1914]) I, 86; 11, 279-282. |
7. | GAH, OSA A-321, ff 34, 35. - mededeling van Lucas van Dijck. |
8. | Ph. Rombouts en Th. van Lerius, De liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde onder zinspreuk 'Wt ionsten versaemt' (2 dln.; Antwerpen, 1864-1876)1, 262, 266. |
9. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen, II, 282. |